Menu
Wandelblog

Avontuurlijke route vanuit Opbrakel

Misschien leiden alle wegen uiteindelijk wel naar Rome, maar op één of andere manier strand ik steeds weer in de Vlaamse Ardennen. Uitgestippelde wandelingen vanop Routen of zelf knooppuntjes aan elkaar rijgen: daar leent het Oost-Vlaamse wandelwalhalla zich perfect toe. De route die ik deze week volgde was er eentje uit de Wandel- & inleefgids van het Milieufront Omer Wattez met de belofte van “bijna uitsluitend trage wegen”. In deze post neem ik je mee op deze iets avontuurlijkere route vanuit Opbrakel langs onvervalst Vlaams en zelfs Waals erfgoed. Eentje met een ⭐!

Opbrakel

Brakel is de verzamelnaam van acht deelgemeenten waar Opbrakel één van is. De naam van de gemeente is ontleend aan de Karolingische villa Braglo, een toponiem dat teruggaat op het Germaanse woord voor bos. De wandeling start aan de romantische Sint-Martinuskerk die vandaag helaas geen godshuis meer is. De Romaanse toren van deze voormalige parochiekerk dateert al uit de 13de eeuw en was onderdeel van het oorspronkelijke gebouw. De rest van de kerk is het resultaat van een 18de-eeuwse classicistische herbouw. Sinds 1970 is de toren een beschermd monument en in 2006 kreeg zelfs de volledige kerksite dat statuut. Hoewel een lange restauratiecampagne nog in 2013 werd afgerond, heeft de gemeente in 2020 beslist om de kerk te verbouwen tot ontmoetingszaal voor het verenigingsleven.

Kort na de start aan de kerk, kreeg ik al meteen een trage weg onder de voeten: de Zureveldweg. MOW staat op wandelvlak namelijk voor dat soort wegen en uniek aan hun concept is dat hun wandelkaarten naast de provinciale ook eigen knooppunten bevatten. Omdat wandelen met een papieren kaart of beschrijving in de hand niet aan mij besteed is — ik vind dat echt niet handig — maakte ik op voorhand een GPX van de route om te navigeren met de GPS (of smartphone als je die niet hebt). Zo kwam ik nog voor ik op pad ging te weten dat de wandeling maar liefst voor 73 % uit onverharde paden bestond en me zo’n 124 hoogtemeters zou opleveren. Dat van die trage wegen was dus niet gelogen!

Wat verderop gaat de Zureveldweg over in de Oude Pastorijstraat, waar ook werkelijk de Oude Pastorie van Opbrakel staat. Dit karakteristieke boerenhuisgebouw staat sinds 2000 beschermd als monument en werd door de huidige eigenaars prachtig gerenoveerd tot gezinswoning met materialen die ook méér dan 200 jaar geleden werden gebruikt.

Aan één van de weinige knooppunten die ik op deze route tegenkwam, sloeg ik vervolgens rechts af de onverharde Hameidries in, maar niet zonder een blik te werpen op de Verrebeekmolen. Aanvankelijk functioneerde de stenen molen uit 1803 als oliemolen maar eind 19de eeuw werd hij omgebouwd tot graanmolen. Na de plaatsing van een elektrische motor in 1919 bleef de molen nog in bedrijf tot 1938; nadien raakte het oude bouwwerk stilaan in verval. Tussen 1994 en 1996 werd de molen volledig ontmanteld en heropgebouwd.

Onopgemerkt Wallonië binnen

Evenwijdig met de Hameidries loopt het Mijnwerkspad, maar dat liet ik letterlijk links liggen op deze wandeling. Zonder er erg in te hebben wandelde ik voorbije het oude stationsgebouw van Opbrakel dat nu een witgeverfd woonhuis is. Eerlijk gezegd had ik meer oog voor de avontuurlijke trage weg: de voormalige trimaarzate of oude spoorwegbedding die werd omgevormd tot wandelpad.

Iets langer dan een — heerlijke — kilometer volgde ik de oude treinbedding door het bos en zo wandelde ik onopgemerkt Wallonië binnen. Het Livierenbos of Bois de la Louvière ligt namelijk pal op de taalgrens in het gebied tussen de gemeenten Flobecq en Brakel. Tot in de 17de eeuw werden hier wolven waargenomen, een aanwezigheid die zich verraadt in de Franse naam van het bos. Ik stapte op andere wandelingen al door dit majestueuze bos, maar het pad dat ik op deze route volgde, was toch veruit het mooiste. En ook wel het avontuurlijkste! Af en toe moest ik over omgewaaide boomstammen klauteren of me klein maken om er net onderdoor te kunnen. Hier en daar dwong een omgevallen reus me zelfs tot uitwijken. Zálig — ach, soms ben ik toch echt nog een klein kind …

Na ongeveer een kilometer zaligheid — ik spotte hier ook voor het eerst een geel hoorntje en paarse knoopzwammen — verliet ik het pad om links af te slaan. Dit was even verwarrend omdat ik op één boom een bordje met ‘verboden toegang’ zag. Maar ik zag ook merktekens (eerst een witte pijl en verderop stippen) en vanuit de beschrijving van het MOW wist ik dat ik goed zat.

Modderode en Brakelbos

De merktekens brachten me naar de rand van het bos en vervolgens kwam ik in de open velden. Op de drukke weg Ten Bosse of Bois wandelde ik voor het eerst op deze route voor ongeveer een halve kilometer niet over een voetweg. Dit werd verderop echter ruimschoots gecompenseerd door de klim op de Mont de Rhode, Modderode (of zelfs Modderodde) in het Nederlands.

De Modderode was ooit de hoogste getuigenheuvel van de streek, maar werd illegaal afgegraven voor zavelwinning. Het bos op deze helling, het Hoppebos of Pottelbergbos, is namelijk voor een groot deel eigendom van een invloedrijke zakenman. Gelukkig bleef het prachtige vergezicht aan de rechterzijde van het steile pad wel bewaard. Tussen de bomen aan de linkerkant zag ik trouwens een kudde moeflons; indrukwekkend, ook al ging het hier niet om wilde dieren.

Het bos op de Pottelberg maakt deel uit van de bossengordel op de getuigenheuvels van de streek en sluit terug op Vlaamse bodem naadloos aan op het Brakelbos dat zich op de noordhelling van de Modderode bevindt. Let op: vlak voor je in het bos terechtkomt, maak je een steile afdaling en bij nat weer kan de bodem hier erg drassig en glibberig zijn.

Het Brakelbos is een sprookjesachtig bos dat ooit aansloot bij het Muziekbos. Het is een zogenaamd ‘kathedraalbos’ met hoge bomen, hoofdzakelijk beuken, waarvan de kruin weinig licht doorlaat. Bijgevolg is er maar een gering voorkomen van een struik- en kruidlaag, hoewel in het voorjaar, voor de schaduwbomen in blad komen, voorjaarsbloeiers wel hun kans schoon zien.

Nog meer trage wegen

Willemsveld, Koningsweg, Pullembergweg, Steenpaal enz.: ook na het verlaten van het Brakelbos is de route een aaneenschakeling van trage wegen. De laatste kilometer van de wandeling verliep weliswaar langs geasfalteerde wegen, maar hier genoot ik enorm van het zicht op de uitlopers van het Brakelbos en het glooiende landschap met in de hoogte het gehucht Tenbergen en zijn schattige wegkapel.

Van alle wandelingen die ik reeds maakte uit de Wandel- & inleefgids van het MOW, is dit degene waar ik het meest van heb genoten. Toen ik pas startte met deze wandelblog investeerde ik in een GPS en ik vond het heerlijk om deze nog eens te gebruiken. Ik hou wel van dat avontuurlijke kantje, een beetje off the beaten track gaan, anders doen dan anderen, niet volgen maar leiden. Vooral de stukken langs de oude spoorwegbedding door het bos en het steile pad langs de bosrand op de Modderode waren voor mij genieten met hoofdletter G. Ik ben er zeker van dat deze route ook bij kinderen — en misschien zelfs bij mijn kieskeurige tienerdochter — erg in de smaak zou vallen.

En wat het voor mij echt helemaal afmaakte? Ik vatte de wandeling aan onder een blauwgrijze lucht die vervolgens blauw, over lila en weer grijs kleurde om dan af en toe een sneeuwvlokje te lossen. Ach, je bent maar zo oud als je je voelt, zeggen ze …

Praktisch

  • Sint-Martinuskerk, Sint-Martensstraat 6, 9660 Opbrakel (Brakel)
  • 9 km
  • ± 2 uur
  • 124 hoogtemeters
  • 27 % verhard
  • GPX of volgen op kaart
  • Parkeren vlak bij de kerk

Ik kwam op mijn route geen obstakels tegen. Blijf echter steeds alert. Ik kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor onvolledige en/of niet accurate routebeschrijvingen. Ik kan in geen geval aansprakelijk gesteld worden voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend of verbonden met het gebruik van deze website. Vind je mijn foto’s mooi? Fijn! Wil je foto’s van mijn blog gebruiken? Vraag dan eerst om toestemming!