Menu
Wandelblog

Fly me to the … Moen

Of ik dat even wilde spellen, vroeg mijn man toen ik zei dat we die dag naar Moen zouden gaan. Moon, serieus? Neen, Moen, M-O-E-N. Nog nooit van gehoord! Deze week neem ik je mee naar het kleine West-Vlaamse dorpje waarvan het uitzicht grotendeels bepaald werd door de aanwezigheid van het kanaal Bossuit-Kortrijk. Industrieel erfgoed met gelukkig ook een niet te onderschatten ecologische waarde. Wandel mee langs een oude spoorwegberm, de steile vaarttaluds van het kanaal en een jong bos in het Land van Mortagne.

Moen en het kanaal Bossuit-Kortrijk

Moen is een klein straatdorp in de zuidoostelijke kant van West-Vlaanderen die men ook wel eens het Land van Mortagne noemt. Samen met Heestert, Otegem, Sint-Denijs en Zwevegem vormt het dorp sinds 1977 de fusiegemeente Zwevegem — “Ah, Zwevegem, zeg dat dan!”. De naam van de gemeente wordt voor het eerst vermeld als Mulnis in een 13de-eeuwse kopie van een handschrift uit 988. De benaming zou afgeleid zijn van mullia of mulda wat ‘fijn stof’ betekent en later verbasterde tot Mosnes en uiteindelijk Moen. Vermoedelijk heeft dit te maken met de bodemsamenstelling die hier vooral bestaat uit klei- en mulle zandgronden. Het land van Mortagne is een glooiend landschap tussen de Schelde en de Leie op een boogscheut van de taalgrens; wat verderop ligt het Waalse Pays des Collines.

Het waren vooral de aanleg van het kanaal tussen de Schelde en de Leie en een aantal spoorweglijnen die Moen het industriële tijdperk binnenloodsten en verbonden met de rest van de wereld. Halverwege de 19de eeuw groeven meer dan duizend arbeiders met spaden en kruiwagens het kanaal Bossuit-Kortrijk. In Moen was de heuvelrug echter te hoog — de Keiberg is met zijn 66 m het hoogste punt — dus metselde men een scheepvaarttunnel van 6 m breed, 4,5 m hoog en maar liefst 611 m lang. Van de uitgegraven klei bakte men stenen voor de tunnel (bijgenaamd ‘het Souterrain’) en voor 11 sluizen op het kanaal.

Van scheepvaarttunnel naar natuurgebied

In 1971 werd een groot deel van het kanaal Bossuit-Kortrijk verdiept en verbreed. De scheepvaarttunnel werd afgebroken en vervangen door een open vaargeul. Vandaag zijn deze vaarttaluds brede, groene bermen met een belangrijke natuurwaarde. Ze herbergen een bijzonder zeldzame flora en een deel wordt begraasd door Shetlandpony’s.

De afbraak van de scheepvaarttunnel had nog meer ecologische gevolgen. Door het afgraven van de heuvelkam werden de omliggende velden immers bedolven met klei. Zo ontstond naast het kanaal een heuvel die langzaam maar zeker groener werd. In 1988 droeg men dit kleistort over aan het Agentschap Natuur en Bos. Jarenlange bebossing en natuurbeheer resulteerden in wat nu gekend staat als het Orveytbos. Pas in 2001 ging het jonge bos open voor het publiek.

Een ander gevolg van de geopende vaargeul was dat de spoorweglijn werd doorgesneden waardoor deze verder geen nut meer had. De rails werden uitgebroken en weelderig groen nam het oude spoorwegtracé over. Een knuppelpad doet nu wat denken aan de verdwenen spoorbielzen, hier en daar liggen nog kasseien van een rangeerstation. En dan is er ook de Zwarte Brug die nu rood is maar ooit zwart zag door het roet van de passerende stoomtreinen.

Fijne wandeling

De wandeling die ik maakte start in de Stationsstraat, aan het voormalige station Moen-Heestert. Ik volgde hiervoor de knooppunten die ik vond op de site van Natuurpunt, maar diezelfde route is ook bewegwijzerd met zeshoekige bordjes met “Orveytwandelroute” op, zij het dan in de andere richting.

Enkele betegelde veldwegen brachten mij eerst tot aan het geklasseerde Sint-Pietersbrugje en vervolgens in het jonge Orveytbos, waar de wandelpaden meestal begrint waren. In de Langestraat kon ik er niet aan weerstaan om, ook al behoorde hij niet tot de route, even langs de vlondertrap op één van de steile vaarttaluds naar beneden te gaan (en daarna dus ook terug naar boven om de knooppunten te volgen).

Aan de andere kant van het kanaal stapte ik iets minder dan een kilometer op het jaagpad, maar dat vond ik door het gezelschap van een familie futen helemaal niet saai. Deze watervogels kunnen hun adem heel lang inhouden en het was een waar spektakel om ze ineens, zo goed als synchroon, te zien onderduiken om dan vele meters verder terug boven te komen. Het leken wel kleine dolfijntjes. Er zijn plannen om het kanaal in de toekomst verder te moderniseren in het heil van de binnenvaart in Vlaanderen. Ik hoop dat dit geen nadelige gevolgen heeft voor de fauna en flora die deze plek nu hun thuis noemen.

Het mooiste deel van de route vond ik het stuk langs de oude spoorweg. Het was alsof ik in een lang, smal bos wandelde, dichtbegroeid maar duidelijk begrensd aan beide kanten. Best wel speciaal. Op de site van Natuurpunt las ik dat er op de zompigste plaatsen een knuppelpad was en dat was hier en daar wel zo. De beloofde trap op het vaarttalud langs deze kant van het kanaal was echter verdwenen, evenals enkele vlonderpaden waarvan alleen nog de paaltjes er stonden. Tja, ‘zonderpaden’ dan maar …

Praktisch

  • Stationsstraat 116, 8852 Zwevegem
  • 6,7 km
  • ± 1 uur 15 min.
  • 56 hoogtemeters
  • 51 % verhard
  • Wandelknooppunten, GPX of volgen op kaart
  • Parkeren langs de kant van de weg

Ik kwam op mijn route geen obstakels tegen. Blijf echter steeds alert. Ik kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor onvolledige en/of niet accurate routebeschrijvingen. Ik kan in geen geval aansprakelijk gesteld worden voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend of verbonden met het gebruik van deze website. Vind je mijn foto’s mooi? Fijn! Wil je foto’s van mijn blog gebruiken? Vraag dan eerst om toestemming!